→ CODE+ 1 Absolute Beginner →开始学习 /下载MP3 Flashcards

问题		答案
achternaam, de 开始学习		surname
auto, de 开始学习		car
autorijles, de 开始学习		driving lesson
dochter, de 开始学习		daughter
en 开始学习		and
familie, de 开始学习		family, relatives
geven (geeft) 开始学习		to give
hebben 开始学习		to have
heten 开始学习		to be called
huisarts, de 开始学习		family doctor, general practitioner
in 开始学习		in
jaar, het 开始学习		year
kinderen, de (het kind) 开始学习		children (child)
komen 开始学习		to come
man, de 开始学习		husband (man)
met 开始学习		with
moeder, de 开始学习		mother
naam, de 开始学习		name
nieuw 开始学习		new
nu 开始学习		now
nummer, het 开始学习		number
op 开始学习		on, at
uit (ik kom uit...) 开始学习		out (I am from)
vandaan 开始学习		from
voornaam, de 开始学习		first name
vrouw, de 开始学习		wife (woman)
werken 开始学习		to work
winkel, de 开始学习		shop
wonen 开始学习		to live
zijn (ben, bent, is) 开始学习		to be
zoon, de 开始学习		son
zus, de 开始学习		sister
daar 开始学习		there
dan 开始学习		then, than
hier 开始学习		here
kennen 开始学习		to know
kunnen 开始学习		can, to be able to
leuk 开始学习		nice
mobiele telefoon, de 开始学习		mobile phone
naar 开始学习		to
restaurant, het 开始学习		restaurant
snel 开始学习		quick(ly), soon
student, de 开始学习		student
studeren 开始学习		to study
wachten 开始学习		to wait
doen 开始学习		to do
antwoord, het 开始学习		answer
antwoorden 开始学习		to answer
bedanken 开始学习		to thank
beginnen 开始学习		to begin
bij 开始学习		at
binnenkomen 开始学习		come in
broer, de 开始学习		brother
gaan 开始学习		to go
goed 开始学习		oké, good
hoe (hoe heet je?) 开始学习		how (what's your name)
ja 开始学习		yes
luisteren * 开始学习		to listen
luisteren 开始学习		to listen
meedoen 开始学习		to participate
meneer, de 开始学习		sir (hello sir) / Mr. (Mr. Bos)
mevrouw, de 开始学习		madam (hello madam) / Mrs.Ms. Bos
moeten 开始学习		must / shall
nee 开始学习		no
ook 开始学习		also, too
schrijven 开始学习		to write (down)
vader, de 开始学习		father
voorstellen 开始学习		to introduce
vraag, de 开始学习		question
vragen * 开始学习		to ask
waar 开始学习		where
wat 开始学习		what
weten * 开始学习		to know
wie 开始学习		who
zitten 开始学习		to sit, to be
zullen (zal) 开始学习		shall / will
achter 开始学习		after, behind
adres, het 开始学习		address
bellen 开始学习		to call, to phone
cijfer, het 开始学习		number
cursus, de 开始学习		course
dankuwel 开始学习		thank you (formal)
fijn 开始学习		nice, lovely, great
geen 开始学习		no
huis, het 开始学习		house
kijken 开始学习		to look
klopt dat? 开始学习		is that correct?
krant, de 开始学习		newspaper
niet 开始学习		not
ongeveer 开始学习		about
plaats, de 开始学习		here: town, city
postcode, de 开始学习		postal code
soms 开始学习		sometimes
staan (de postcode staat op de brief) 开始学习		to stand (the postal code is on the letter)
straat, de 开始学习		street
telefoonboek, het 开始学习		telephone directory
vandaag 开始学习		today
volgen 开始学习		to follow
welk 开始学习		which, what
woonplaats, de 开始学习		(place of) residence
groeten 开始学习		to greet
vriend, de 开始学习		friend
weer 开始学习		again
weggaan 开始学习		to leave
willen 开始学习		to want
zeggen 开始学习		to say
datum, de 开始学习		date
formulier, het 开始学习		form
geboorte, de 开始学习		birth
geslacht, het 开始学习		gender
handtekening, de 开始学习		signature
invullen 开始学习		fill in, out
maart 开始学习		march
nationaliteit, de 开始学习		nationality
Nederlands(e) 开始学习		Dutch
onder 开始学习		here: at the bottom
persoonlijk 开始学习		personal
zetten (een handtekening zetten) 开始学习		to put (to put your signature, to sign)
zoeken 开始学习		to look for
afspraak, de 开始学习		appointment, engagement
bijna 开始学习		nearly, almost
douche, de 开始学习		shower
gelijk 开始学习		right
minuut, de 开始学习		minute
net 开始学习		just
opschieten 开始学习		to hurry up
over (over 10 minuten) 开始学习		about (in 10 minutes)
slapen * 开始学习		to sleep
sorry 开始学习		sorry
te (te laat) 开始学习		too (too late)
thuis 开始学习		at home
uur, het (om 3 uur) 开始学习		hour (at three o' clock)
veel 开始学习		much, many
wakker 开始学习		awake
avond, de 开始学习		evening
door de week 开始学习		on weekdays
gisteren 开始学习		yesterday
kiezen 开始学习		to choose
leren 开始学习		to teach / to learn
maand, de 开始学习		month
middag 开始学习		afternoon
morgen 开始学习		tomorrow
morgen, de 开始学习		morning
nacht, de 开始学习		night
ochtend, de 开始学习		the morning
of 开始学习		or
rijden 开始学习		to drive
's avonds 开始学习		in the evening
's middags 开始学习		in the afternoon
s morgens 开始学习		in the morning
's nachts 开始学习		at night
s ochtends 开始学习		in the morning
sporten 开始学习		to exercise, to work out
tussen de middag 开始学习		at lunch time
vanavond 开始学习		tonight
vanmiddag 开始学习		this afternoon
vanmorgen 开始学习		this afternoon
vannacht 开始学习		tonight
vanochtend 开始学习		this morning
volgend 开始学习		next
vorig 开始学习		hier: last
vrij 开始学习		free, a day off
week, de 开始学习		week
weekend, het 开始学习		weekend
tijd, de 开始学习		time
aflopen 开始学习		to end
alweer 开始学习		already
collega, de 开始学习		colleague
eten 开始学习		to eat, to have dinner, lunch etc.
feest, het 开始学习		party
graag (welke programma's wil je graag zien?) 开始学习		which programs would you like to see
half 开始学习		half
hoe laat 开始学习		(at) what time
klaar 开始学习		ready
kwart, het (tijd) 开始学习		quarter
kwartier, het 开始学习		quarter of an hour
laat 开始学习		late
land, het 开始学习		land
lezen * 开始学习		to read
lezen 开始学习		to read
over (kwart over twee) 开始学习		past (a quarter past two)
precies 开始学习		precise / right on time
programma, het (tv) 开始学习		program
verjaardag, de 开始学习		birthday
voor (vijf voor acht) 开始学习		to (five minutes to eight)
vriendin, de 开始学习		female friend / girlfriend
ander 开始学习		other
anderhalf 开始学习		one and a half
bus, de 开始学习		bus
centrum, het 开始学习		(town, city) center
dag, de 开始学习		day
duren 开始学习		to last
dus 开始学习		so
halte, de (de bushalte) 开始学习		(bus) stop
hoeveel 开始学习		how much, how many
keer, de (twee keer per week) 开始学习		time (two times a week)
lang 开始学习		long
les, de 开始学习		lesson
nemen 开始学习		to take
per (twee keer per week) 开始学习		per (two times a week)
station, het 开始学习		station
tot (van ... tot) 开始学习		from ... to
vaak 开始学习		often
vakantie, de 开始学习		holiday(s)
ziekenhuis, het 开始学习		hospital
al 开始学习		already
danken (dank je wel) 开始学习		to thank (thank you)
feliciteren 开始学习		to congratulate
geboren 开始学习		born
hartelijk (hartelijk gefeliciteerd) 开始学习		congratulations, sincere best wishes
hartelijk (hartelijke groeten) 开始学习		best regards
jarig (ik ben jarig) 开始学习		it's my birthday
jong 开始学习		young
kalender, de 开始学习		calender
lieve 开始学习		dear
oud 开始学习		old
pas (pas 19) 开始学习		only 19
toch (dat is toch niet oud) 开始学习		that's not old, is it?
tot (tot zaterdag) 开始学习		to (see you on Saturday)
vieren 开始学习		to celebrate
wanneer 开始学习		when
wc, de 开始学习		toilet
worden 开始学习		to become, to get
bakker, de 开始学习		baker
bezorgen 开始学习		to deliver
brood, het 开始学习		bread, loaf
glas, het (glaasje) 开始学习		glass
kopen 开始学习		to buy
wijn, de 开始学习		wine
alles 开始学习		all
band, de 开始学习		relation
bijzonder 开始学习		special
gerecht, het 开始学习		meal
meenemen 开始学习		bring, take along
mooi 开始学习		beautiful, nice
pannenkoek, de 开始学习		pancake
aardappel, de 开始学习		potato
appel, de 开始学习		apple
banaan, de 开始学习		banana
bijvoorbeeld 开始学习		for example
boodschap(pen) de 开始学习		shopping, purchases
drinken 开始学习		to drink
fruit, het 开始学习		fruit
gehakt, het 开始学习		minced meat
gek zijn op 开始学习		to be crazy about
groente 开始学习		vegetables
hagelslag, de 开始学习		chocolate sprinkles
hartig 开始学习		salty, well seasoned
heerlijk 开始学习		delightful, lovely
houden van 开始学习		to like
jam, de 开始学习		jam
kaas, de 开始学习		cheese
kip, de 开始学习		chicken
koekje, het 开始学习		biscuit
kosten 开始学习		cost
lekker 开始学习		nice, good, tasty
lekker vinden 开始学习		to like
lusten 开始学习		to like
maken 开始学习		to make
melk, de 开始学习		milk
mogen 开始学习		can, may, to be allowed to
nooit 开始学习		never
ontbijt, het 开始学习		breakfast
patat, de 开始学习		chips
pinda, de 开始学习		peanut
praten (over) 开始学习		to talk (about)
rijst, de 开始学习		rice
school, de 开始学习		school
sperzieboon, de 开始学习		French bean, green bean
thee, de 开始学习		tea
vegetariër, de 开始学习		vegetarian
vies 开始学习		nasty
vis, de 开始学习		fish
vlees, het 开始学习		meat
vleeswaren, de 开始学习		cold cuts
water, het 开始学习		water
zo (ik houd niet zo van bier) 开始学习		so (I don't like beer too much)
zoet 开始学习		sweet
zout, het 开始学习		salt
alstublieft 开始学习		please / here you are (formal)
beurt, de 开始学习		turn
bruin 开始学习		brown
champignon, de 开始学习		mushroom
duur 开始学习		expensive
ei, het (eieren) 开始学习		egg(s)
goedkoop 开始学习		cheap
graag (twee koffie graag) 开始学习		two coffees please
gram 开始学习		gram(me)
kilo, de 开始学习		kilo
markt, de 开始学习		market
niets 开始学习		nothing
ons, het 开始学习		a hundred grammes
pond, de 开始学习		pound (500 grammes)
slager, de 开始学习		butcher
snijden (gesneden) 开始学习		to cut, to slice (sliced bread)
supermarkt, de 开始学习		supermarket
tas, de (tasje erbij?) 开始学习		bag (would you like a bag?)
tomaat, de 开始学习		tomato
verkoper, de 开始学习		salesman, woman, shop assistant
wit 开始学习		white
aanbieden 开始学习		to offer
alsjeblieft 开始学习		please / here you are (informal)
bier(tje), het 开始学习		beer
dorst, de (dorst hebben) 开始学习		thirst (to be thirsty)
fris, het 开始学习		soft drink
gezellig 开始学习		pleasant, enjoyable, comfortable
halen 开始学习		to get
iets 开始学习		something, anything
koffie, de 开始学习		coffee
kop, de 开始学习		cup
proost 开始学习		cheers
wat (iets) 开始学习		here: something
zin hebben in 开始学习		to feel like
avondeten, het 开始学习		dinner, supper
bestellen 开始学习		to order
boterham, de 开始学习		sandwich, slice of bread
denken * 开始学习		to think
eten, het 开始学习		food
klant, de 开始学习		customer, client
klein 开始学习		small
lunch, de 开始学习		lunch
meestal 开始学习		mostly, usually
salami, de 开始学习		salami
soort, de 开始学习		kind
tussen 开始学习		between
warm 开始学习		warm, hot
appartement, het 开始学习		apartment
boot, de 开始学习		boat
flatgebouw, het 开始学习		apartment building
rijtjeshuis, het 开始学习		terraced house
villa, de 开始学习		villa
arm 开始学习		poor
eigen 开始学习		own
eindelijk 开始学习		at last
langskomen 开始学习		to come around
alleen 开始学习		by yourself / only
bad, het 开始学习		bath
balkon, het 开始学习		balcony
beetje, het 开始学习		a little
beneden 开始学习		downstairs
boven 开始学习		upstairs
daarom 开始学习		therefore
delen 开始学习		to share
dorp, het 开始学习		village
fantastisch 开始学习		fantastic
gezin, het 开始学习		family (parents and children)
groot 开始学习		big
hal, de 开始学习		hall
hartstikke 开始学习		terribly, awfully,
kamer, de 开始学习		room
kast, de 开始学习		cupboard
keuken, de 开始学习		kitchen
licht 开始学习		bright
meter, de 开始学习		meter
muziek, de 开始学习		music
natuurlijk 开始学习		of course
raam, het 开始学习		window
rustig 开始学习		quiet(ly)
slaapkamer, de 开始学习		bedroom
stad, de 开始学习		town, city
toilet, het 开始学习		toilet
tuin, de 开始学习		garden
verdieping, de 开始学习		floor
vierkante meter, de 开始学习		square meter
vrij (vrij klein) 开始学习		rather (rather small)
wasmachine, de 开始学习		washing machine
werkkamer, de 开始学习		study room
zelfs 开始学习		even
zolder, de 开始学习		attic
zonder 开始学习		without
aantal, het 开始学习		the number
algemeen 开始学习		all
bedoelen 开始学习		to mean
betalen 开始学习		to pay
helaas 开始学习		unfortunately
helpen 开始学习		to help
hoog 开始学习		high
huren, de huur 开始学习		to rent, rent
inschrijven 开始学习		to register
jammer (het is jammer voor u) 开始学习		a pity, too bad (I am sorry for you)
krijgen 开始学习		to get, to receive
laag 开始学习		low
leeftijd, de 开始学习		age
misschien 开始学习		perhaps
prachtig 开始学习		beautiful, wonderful
reageren 开始学习		to respond, to react
ruim 开始学习		spacious
salaris, het 开始学习		salary
spijten 开始学习		to be sorry
te koop 开始学习		for sale
verder (verder zoeken) 开始学习		farther, further (to go on looking)
verhuizen 开始学习		to move
verkeerd 开始学习		wrong
via 开始学习		through
woning, de 开始学习		house
zien 开始学习		to see
bank, de (meubel) 开始学习		couch, sofa
bed, het 开始学习		bed
echt (waar) 开始学习		real(ly) / yes it is
erg 开始学习		very
geld, het 开始学习		money
idee, het 开始学习		idea
kleur, de 开始学习		colour
kussen 开始学习		pillow
meubels, de 开始学习		furniture
passen bij / in 开始学习		to go / to match with - to go well in
stoel, de 开始学习		chair
tafel, de 开始学习		table
bekijken 开始学习		to look at
brief, de 开始学习		letter
momen(tje), het 开始学习		moment (just a moment, hold on please)
prima 开始学习		excellent
spreken 开始学习		to speak, to talk
vanaf 开始学习		from
woningbouwvereniging, de 开始学习		housing association
fiets, de 开始学习		bicycle
fietsen 开始学习		to cycle
onderweg 开始学习		on the way
richting, de 开始学习		direction
tram, de 开始学习		tram
uitstappen 开始学习		to get off
vol 开始学习		full
advies, het 开始学习		advice
eiland, het 开始学习		island
provincie, de 开始学习		region, province
binnengaan 开始学习		to go in(to)
boek, het 开始学习		book
computer, de 开始学习		computer
eind, het 开始学习		the end
hoezo 开始学习		what do you mean
kaart, de (plattegrond, de) 开始学习		(street) map
lift, de 开始学习		lift
lopen 开始学习		to walk
meegaan 开始学习		go along, go with, accompany
niks/niets 开始学习		nothing
plattegrond, de 开始学习		(street) map
plein, het 开始学习		square
rechts 开始学习		(on / to the) right
regenen 开始学习		to rain
snappen 开始学习		to get, to catch, to grasp
trap, de 开始学习		stairs
universiteit, de 开始学习		university
ver 开始学习		far
vlakbij 开始学习		close by, nearby
weg, de 开始学习		road
ingang, de 开始学习		entrance, entry
kassa, de 开始学习		check out
kerk, de 开始学习		church
kilometer, de 开始学习		kilometer
langs (langs de supermarkt) 开始学习		you pass the supermarket
langs (langs het water) 开始学习		along the water's edge
linkerkant, de 开始学习		left side
links 开始学习		left
linksaf 开始学习		(to the) left
na 开始学习		after
naast 开始学习		next to
oversteken 开始学习		to cross the street
pad, het (fietspad) 开始学习		(bi)cycle track/path
pad, het (in de supermarkt) 开始学习		isle (in supermarkets)
parkeren 开始学习		to park
pinnen 开始学习		to pay with an ATM card
rechtdoor 开始学习		straight ahead
rechtsaf gaan 开始学习		to turn right
steeds 开始学习		always, constantly
vinden 开始学习		to find
zebrapad, het 开始学习		pedestrian crossing, zebra crossing
aankomen 开始学习		to arrive
abonnement, het 开始学习		season ticket
benieuwd 开始学习		curious
brug, de 开始学习		bridge
door 开始学习		through
drukken 开始学习		to press, push
feestdag, de 开始学习		public holiday
fout, de 开始学习		mistake, error, fault
heel (de hele dag) 开始学习		the whole day
instappen 开始学习		get in / on
kaart, de (toegangskaart, de) 开始学习		ticket
klas, de (school) 开始学习		grade, class
korting, de 开始学习		discount
metro, de 开始学习		subway, tube, underground
naartoe (waar gaat u naartoe?) 开始学习		to (where are you going to)?
opladen 开始学习		to charge
OV-chipkaart, de 开始学习		e-purse for public transportation
overstappen 开始学习		to change / to transfer
reis (enkele reis) 开始学习		trip (single / one-way ticket)
retour, het (trein) 开始学习		return trip / ticket
scherm, het 开始学习		screen
spoor, het 开始学习		track, platform
tijdens 开始学习		during
trein, de 开始学习		train
vertrekken 开始学习		to leave
voordeel, het 开始学习		advantage
wijzen (de weg) * 开始学习		to show the way
automaat, de 开始学习		ticket machine
dezelfde 开始学习		the same
elk 开始学习		every, each
inchecken 开始学习		to check in
openbaar vervoer 开始学习		public transport
ouder, de 开始学习		parent
rechterkant, de 开始学习		right(-hand) side
reizen 开始学习		to travel
saldo, het 开始学习		balance (here: travel with pay)
uitchecken 开始学习		to check out
bloes, de 开始学习		blouse, shirt
broek, de 开始学习		trousers
geel 开始学习		yellow
groen 开始学习		green
gympen, de 开始学习		sneakers
jas, de 开始学习		coat
jurk, de 开始学习		dress
paar, het 开始学习		pair
paars 开始学习		purple
rok, de 开始学习		skirt
rood 开始学习		red
schoen, de 开始学习		shoe
sok, de 开始学习		sock
spijkerbroek, de 开始学习		jeans
T-shirt, het 开始学习		t-shirt
zwart 开始学习		black
aanhebben 开始学习		to wear
bank, de (geld) 开始学习		bank
belangrijk 开始学习		important
blauw 开始学习		blue
donker 开始学习		dark
dragen 开始学习		to wear
hardlopen 开始学习		to run
kleren, de 开始学习		clothes
kort 开始学习		short
lichtblauw 开始学习		light blue
modeshow, de 开始学习		fashion show
net (voor kleren) 开始学习		good / Sunday best (for clothes)
overhemd, het 开始学习		shirt
pak, het (kleding) 开始学习		suit
pet, de 开始学习		cap
politie, de 开始学习		police
stropdas, de 开始学习		tie
trui, de 开始学习		sweater
uitgaan 开始学习		to go out
uniform, het 开始学习		uniform
zo'n 开始学习		about
blond 开始学习		blond
bril, de 开始学习		glasses, spectacles
ding, het 开始学习		thing
eruitzien 开始学习		to look
haar, het 开始学习		hair
jongen, de 开始学习		boy
klas(se), de (openbaar vervoer) 开始学习		class
krul, de 开始学习		curl
oog, het 开始学习		eye
pauze, de 开始学习		break
raden 开始学习		to guess
steil (haar) 开始学习		straight
uiterlijk, het 开始学习		appearance
verliefd 开始学习		in love
bon, de 开始学习		the receipt
eraf zijn (er is een knoop af) 开始学习		a button has come off
gat, het 开始学习		hole
kapot 开始学习		torn, broken
knoop, de 开始学习		button
maat, de 开始学习		size
plezier, het 开始学习		fun
probleem, het 开始学习		problem
rits, de 开始学习		zip
ruilen 开始学习		to exchange
stuk 开始学习		broken
tegoedbon, de 开始学习		credit note
teruggeven 开始学习		to give back
teruggeven (geld) 开始学习		to refund
vervelend 开始学习		annoying, unpleasant
baas, de 开始学习		boss
bushalte, de 开始学习		bus stop
buurman, de 开始学习		neighbour (male)
buurvrouw, de 开始学习		neighbour (female)
compliment, het 开始学习		compliment
dame, de 开始学习		lady
elkaar 开始学习		each other, one another
kapper, de 开始学习		hairdresser
niemand 开始学习		nobody, no one
opstaan 开始学习		to get up / to stand up
film, de 开始学习		film
reus, de 开始学习		giant
bekend 开始学习		familiar
bioscoop, de 开始学习		cinema
bitterbal, de 开始学习		type of croquette served as an appetizer
borrel, de 开始学习		alcoholic drink; a get-together
borrelhapje, het 开始学习		snack, appetizer
daarna 开始学习		after that, afterwards
eerst 开始学习		first
honger, de (ik heb honger) 开始学习		appetite (I am hungry)
kroeg, de 开始学习		café, pub
plan, het 开始学习		plan
rekening, de 开始学习		bill
rondje, het (een rondje geven) 开始学习		round (to stand a round of drinks)
straks 开始学习		later
terugbellen 开始学习		to call back
traditie, de 开始学习		tradition
voorstel, het 开始学习		proposal, proposition
want 开始学习		because, for
zielig 开始学习		pitiful, pathetic
aankomen 开始学习		to gain weight
appeltaart, de 开始学习		apple pie
biefstuk, de 开始学习		steak
buurjongen, de 开始学习		boy next door, boy living nearby
citroen, de 开始学习		lemon
dessert, het 开始学习		dessert
fles, de 开始学习		bottle
garnaal, de 开始学习		shrimp, prawn
gebakken 开始学习		baked, fried
gegrild 开始学习		grilled
geloven 开始学习		think, believe
gewoon 开始学习		simply, just, usual
hoofdgerecht, het 开始学习		main course
kaart, de (menukaart, de) 开始学习		menu
knoflook, de 开始学习		garlic
lijken (de zalm lijkt me erg lekker) 开始学习		seem, appear (the salmon looks very nice)
nog (nog een witte wijn) 开始学习		another (another white wine)
nog (nog leuker) 开始学习		even (even nicer)
ober, de 开始学习		waiter
plaats, de 开始学习		place
saus, de 开始学习		sauce
sla, de 开始学习		lettuce, salad
slagroom, de 开始学习		whipping, whipped cream
taart, de 开始学习		cake, pie
tegen (daar kan ik geen nee tegen zeggen) 开始学习		against, by, to (I can't say no to that)
tonijn, de 开始学习		tuna
voorgerecht, het 开始学习		first course, starter
werkdag, de 开始学习		working day
zalm, de 开始学习		salmon
aanstaande 开始学习		next
bloem, de 开始学习		flower
bruiloft, de 开始学习		wedding
diploma, het 开始学习		diploma, certificate
gelukkig 开始学习		happy (glad to hear it)
geweldig 开始学习		terrific, fantastic
hapje, het 开始学习		bite
koken 开始学习		cook, do the cooking
lenen 开始学习		to borrow
lied(je), het 开始学习		song
maaltijd, de 开始学习		meal
namelijk 开始学习		you see, as it happens
om een uur of (twee) 开始学习		about (two) o' clock
pakken 开始学习		to get
slecht 开始学习		bad
suiker, de 开始学习		sugar
trouwen 开始学习		to get married
uitnodigen 开始学习		to invite
uitnodiging, de 开始学习		invitation
voetbal, het 开始学习		football
volgens 开始学习		according to
wedstrijd, de 开始学习		match, game
al(le) 开始学习		general
bang 开始学习		frightened
bang voor 开始学习		afraid of
dagelijks 开始学习		daily, every day
dier, het 开始学习		animal
gebouw, het 开始学习		building
gratis 开始学习		free
informatie, de 开始学习		information
minstens 开始学习		at least
open 开始学习		open
openingstijden, de 开始学习		opening hours
park, het 开始学习		park
praktisch 开始学习		practical
spannend 开始学习		exciting
sprookje, het 开始学习		fairy tale
toegang, de 开始学习		entrance
toegangskaartje, het 开始学习		ticket
varen 开始学习		to sail

CODE+ 1 absolute beginner

您必须登录才能发表评论。

更多