→ Thema 2 - BOODSCHAPPEN DOEN →开始学习 /下载MP3 Flashcards

开始学习

问题		答案
ander 开始学习		inny, inna, inne
de appel (appels) 开始学习		jabłko (jabłka)
de banaan(bananen) 开始学习		banan (banany)
bijna 开始学习		prawie
de boodschappen 开始学习		zakupy
doen, maken 开始学习		robić
dus 开始学习		więc
het eten 开始学习		jedzenie
het fruit 开始学习		owoc
de groente 开始学习		warzywo
de kip 开始学习		kurczak
kopen 开始学习		kupić
de lijst (het lijstje) 开始学习		lista (lista)
de markt 开始学习		rynek
meer 开始学习		więcej
of 开始学习		lub
praten 开始学习		rozmawiać
de rijst 开始学习		ryż
de supermarkt 开始学习		Supermarket
thuis 开始学习		w domu
de tomaat (tomaten) 开始学习		pomidor (pomidory)
de vis 开始学习		ryba
het vlees 开始学习		mięso
we 开始学习		my
de wortel, (wortels) 开始学习		marchew (marchewki)
de aardappel, (aardappels) 开始学习		ziemniak (ziemniaki)
alsjeblieft 开始学习		proszę
alstublieft 开始学习		proszę
anders 开始学习		inaczej
dag 开始学习		dzień
dan 开始学习		no to
het ei, (de eieren) 开始学习		jajko (jajka)
fijn 开始学习		przyjemny, fajny
goed 开始学习		dobry
de gram 开始学习		gram
hoeveel 开始学习		ile
iets 开始学习		coś
jammer 开始学习		szkoda
de kaas 开始学习		ser
kijken 开始学习		oglądać
de kilo 开始学习		kilogram
mevrouw 开始学习		Pani.
mogen 开始学习		móc, mieć pozwolenie
nee 开始学习		nie
nemen 开始学习		brać
pinnen 开始学习		płatność kartą,
de verkoper, de verkoopster 开始学习		sprzedawca, sprzedawczyni
voor 开始学习		dla, przed
zeggen 开始学习		powiedzieć

Thema 2 - BOODSCHAPPEN DOEN

您必须登录才能发表评论。

更多