Rodzina

 0    28 词汇卡    maciejtarczon
开始学习

下载mp3 打印 玩 检查自己
 
问题 答案
To jest moja mama i tata.
开始学习
Dit zijn mijn vader en moeder.
Dziadek
开始学习
de Grootvader/ opa
babcia
Jutro odwiedza mnie babcia.
开始学习
de oma
Morgen krijg ik bezoek van mijn oma.
siostra
开始学习
de zus.
brat
Masz brata?
开始学习
de broer
Heb je een broer?
rodzice
Moi rodzice są bardzo surowi.
开始学习
de ouders
Mijn ouders zijn zeer streng.
stać
Tam stoją dwa duże domy.
开始学习
staan
Daar staan twee grote huizen.
zawód
开始学习
het beroep
Moja ciocia jest z zawodu lekarzem.
开始学习
Mijn tante is arts van beroep.
kierowca ciężarówki
开始学习
vrachtwagenchauffeur
kierowca
开始学习
de bestuurder
gospodyni domowa
开始学习
huisvrouw
wujek/ciocia
开始学习
de oom/ de tante
wnuczek/wnuczka
开始学习
de kleinzoon/ de kleindochter
szwagier
开始学习
de zwager
małzeństwo, para małżeńska
开始学习
de echtpare, huwelijk, getrouwd stel
kuzyn
开始学习
de neef
kuzynka
开始学习
de nicht
teściowa
开始学习
de schoonmoeder
macocha
开始学习
de stiefmoeder
małżonek
开始学习
echtgenoot
kolega z klasy
开始学习
de klasgenoot
sąsiad
开始学习
de buur
sąsiadka
开始学习
de buurvrouw
razem, wspólnie
开始学习
samen / met elkar
pogoda
Dziś jest brzydka pogoda.
开始学习
het weer
Het is slecht weer vandaag.
w pobliżu
开始学习
In de buurt
rozwiązanie problemu
开始学习
de oplossing
创建词汇卡
Nederlands, Vlaams

您必须登录才能发表评论。