pronomen (kill me)

 0    53 词汇卡    kolosgrama0
下载mp3 打印 检查自己
 
问题 答案
persoonlijk voornaamwoord - het personaal pronomen
开始学习
zaimek osobowy -
bezittelijk voornaamwoord - het possessief pronomen
开始学习
zaimek dzierżawczy
aanwijzend voornaamwoord - het demonstratief pronomen
开始学习
zaimek wskazujący
vraagende voornaamwoord
开始学习
zaimek pytający
onbepaald voornaamwoord
开始学习
zaimek nieokreślony
wederkerend voornaamwoord - het reflexief pronomen
开始学习
Zaimek zwrotny -
wederkerig voornaamwoord
开始学习
zaimek wzajemny
betrekkelijk voornaamwoord - het relatief pronomen
开始学习
zaimek względny
diverse
开始学习
różne
gij = je
开始学习
Ty
zichzelf bedoelende
开始学习
mając na myśli samego siebie
hier zijn mijn boeken waar zijn de jouwe
开始学习
Oto moje książki, gdzie są twoje
welke bedoel je
开始学习
które masz na myśli
ze drinkt wat ze wil
开始学习
ona pije, co lubi
hij doet het zelf
开始学习
on to sam zrobi
onderwerp
开始学习
podmiot
voorwerp
开始学习
dopełnienie
voorzetsel
开始学习
przyimek
gesproken taal
开始学习
język mówiony
aangesproken persoon
开始学习
adresat
bijbehorende
开始学习
związany
hem - die
开始学习
go - na początku zdania
het - dat
开始学习
na początku zdania w het-woorden
predikaat
开始学习
orzeczenie
wie zijn daar? we zijn het
开始学习
Kto tam jest? my
ze - die
开始学习
ze na początku zdania zmienia sie w
direct object -lijden voorwerp
开始学习
dopełnienie bliższe
indirect object - meewerkend voorwerp
开始学习
dopełnienie dalsze
zich schamen
开始学习
wstydzić się
zich vergissen
开始学习
błądzić
elkaar - de een... de ander - mekaar
开始学习
each other
genitief
开始学习
dopełniacz
bezit
开始学习
posiadanie
menigeen
开始学习
dużo (ludzi)
welke auto nemen we? de mijne of de uwe?
开始学习
które auto bierzemy? moje czy twoje?
diens = van die
开始学习
jego oficjanie
wiens = van wie
开始学习
czyja
dit is Anna d'r kamer
开始学习
to pokój anny
wie z'n auto is dit?
开始学习
czyj to samochod?
is de kamer nog vrij? ja die is nog vrij
开始学习
pokój jest wciąż wolny Tak, jest jeszcze wolny
zinsdeel
开始学习
wyrażenie
dergelijk, dusdanig, zodanig,
开始学习
taki
soortgelijk
开始学习
podobny
degenen, diegene
开始学习
ci którzy
kan je dit boek? hieruit leer je veel.
开始学习
znasz tą książkę? dużo sie z niej nauczysz
wil je op deze stoel zitten of op die?
开始学习
chcesz usiąść na tym krześle czy na tym?
sedert
开始学习
ponieważ
jegens
开始学习
przeciwko
de fiets die is van mij
开始学习
rower, który jst mój
antecedent
开始学习
poprzednik
zij, die altijd op tijd is
开始学习
ona, która jest zawsze na czas
het huis dat daar staat is mooi
开始学习
dom, który stoi tam jest piękny
de stoel waarop ik zit is modern
开始学习
krzesło, na którym siedzę jest nowoczesny

您必须登录才能发表评论。