Most common Dutch words 701 - 750

 0    50 词汇卡    VocApp
下载mp3 打印 检查自己
 
问题 答案
uncle
My uncle lives in the country.
开始学习
de oom
Mijn oom woont op het land.
each
Each participant will receive a diploma.
开始学习
iedere
Iedere deelnemer zal een diploma krijgen.
metre
I'm almost two meters tall.
开始学习
de meter
Ik ben bijna twee meter groot.
smart, bright
Jan is a smart student.
开始学习
slim
undeclined form; declined form: "slimme"
Jan is een slimme leerling.
plane
The plane arrived with delay.
开始学习
het vliegtuig
Het vliegtuig is met vertraging aangekomen.
maid, girl
My maid robbed me.
开始学习
de meid
Mijn meid heeft mij beroofd.
lose
Many trees lose their leaves in the autumn.
开始学习
verliezen
infinitive, 1st, 2nd and 3rd person plural
Veel bomen verliezen hun bladden in de herfst.
+43 词汇卡
课程是课程的一部分
"Top 1000 Dutch Words "
(总计 1,000 词汇卡)

免费试用课程

您必须登录才能发表评论。