deel 1

 0    63 词汇卡    alicjaloba
开始学习

下载mp3 打印 玩 检查自己
 
问题 答案
samolot
Samolot przyleciał z opóźnieniem.
开始学习
het vliegtuig
Het vliegtuig is met vertraging aangekomen.
na pokładzie
开始学习
aan boord
kawałek
开始学习
het beetje
ten, ta, to
Ta książka jest nudna.
开始学习
dit
Dit boek is saai.
tamto, tamten, tamta
开始学习
dat
chłopiec
Z Marijke był jakiś chłopiec.
开始学习
de jongen
Er was een jongen met Marijke.
gazeta
开始学习
de krant
herbata
Wolę herbatę niż kawę.
开始学习
de thee
Ik verkies de thee boven de koffie.
czasopismo
开始学习
het tijdschrift
księgowy
开始学习
de accountant
Asystent
开始学习
de assistente
brat
Masz brata?
开始学习
de broer
Heb je een broer?
firma
开始学习
de firma
gospodyni domowa
开始学习
de huisvrouw
sprzedawca
开始学习
de winkelier
śmierć, martwy
On jest martwy.
开始学习
dood
Hij is dood.
rozwiedziony
开始学习
gescheiden
zamężna, żonaty
Nie flirtuj z nią. Ona jest zamężna.
开始学习
getrouwd
Flirt niet met haar. Zij is getrouwd.
przyjemne
开始学习
prettig
razem
Wieczorem idziemy razem na basen.
开始学习
samen
Vanavond gaan we samen naar het zwembad.
przepraszam
Przepraszam, czy mógłby mi Pan pomóc?
开始学习
excuseer
Excuseer, kunt u mij even helpen?
urzędnik
开始学习
de ambtenaar
sługa
开始学习
de bediende
miasto
To miasto nigdy nie śpi.
开始学习
de stad
Deze stad slaapt nooit.
pielęgniarka
开始学习
de verpleegkundige
syn
Mój syn ma już 18 lat.
开始学习
de zoon
Mijn zoon is al 18 jaar oud.
siostra
To jest moja siostra Helga.
开始学习
de zus
Dit is mijn zus Helga.
zawód
开始学习
het beroep
serce
Złamał mi serce.
开始学习
het hart
Hij heeft mijn hart gebroken.
karta
开始学习
de kaart
pytanie
To dobre pytanie.
开始学习
de vraag
Dat is een goede vraag.
tam
OK, możemy spotkać się tam.
开始学习
daar
Oké, we kunnen daar mekaar ontmoeten.
więc
Byłem głodny, więc poszedłem coś zjeść.
开始学习
dus
Ik had honger, dus ik ging iets eten.
coś
Chciałabym coś zjeść.
开始学习
iets
Ik wil graag iets eten.
tak, taki, taka, takie
Ona jest taka ładna.
开始学习
zo
Zij is zo mooi.
tak sobie
开始学习
zo zo
funkcja
开始学习
de functie
stolica
开始学习
de hoofdstad
mieszkaniec
Mieszkańcy są niezadowoleni z władz.
开始学习
de inwoner
De inwoners zijn ontevreden met de autoriteiten.
rząd
Rząd podjął decyzję.
开始学习
de regering
De regering heeft een beslissing genomen.
południe
Jedziemy na południe.
开始学习
het zuiden
We gaan naar het zuiden.
federalny
开始学习
federaal
bardzo
Jesteśmy tobą bardzo rozczarowani.
开始学习
heel
We zijn heel teleurgesteld in jou.
drzewo
开始学习
de boom
przyjemne
开始学习
aangenaam
spokojny, spokojnie
Spokojnie!
开始学习
rustig
Rustig maar!
impreza
开始学习
het feestje
plac
开始学习
het plein
móc, mieć pozwolenie
Czy możemy pożyczyć twój samochód?
开始学习
mogen
Mogen we jouw auto lenen?
przedstawić
Chcę wam przedstawić mojego najlepszego ucznia.
开始学习
voorstellen
Ik wil graag aan jullie mijn beste leerling voorstellen.
deszcz
开始学习
de regen
pogoda
Dziś jest brzydka pogoda.
开始学习
het weer
Het is slecht weer vandaag.
szpital
Karetka zabrała ich do szpitala.
开始学习
het ziekenhuis
De ambulance heeft hen naar een ziekenhuis gebracht.
spotykać
Spotykamy się 2 razy w tygodniu.
开始学习
ontmoeten
Wij ontmoeten elkaar twee keer per week.
zimny
Jest mi zimno.
开始学习
koud
Ik heb het koud.
świetnie
Świetnie!
开始学习
prima
Prima!
zły
Warunki są złe.
开始学习
slecht
De omstandigheden zijn slecht.
świetny
开始学习
uitstekend
też dużo
开始学习
veel te
sąsiad
开始学习
de buur
poprawny, dobry
Odpowiedź jest poprawna.
开始学习
juist
Het antwoord is juist.
kilka
Kilka tygodni temu miałem wypadek.
开始学习
enkele
Enkele weken geleden had ik een ongeluk.
wtedy
开始学习
dan
创建词汇卡
Nederlands, Vlaams

您必须登录才能发表评论。