→ Czasowniki Nieregularne Część 7 →开始学习 /下载MP3 Flashcards

开始学习

问题		答案
wygrać 开始学习		winnen; won; gewonnen
wyrosnąć; wyuścić pędy 开始学习		spruiten; sproot; gesproten
wysłać 开始学习		zenden; zond; gezonden
wytapetować; zawiesić 开始学习		behangen; behangde; behangen
wytrzeć nos; wysiąkać 开始学习		snuiten; snoot; gesnoten
wyzdrowieć; uzdrowić; wyleczyć 开始学习		genezen; genas; genezen
wzejść 开始学习		rijzen; rees; gerezen
wziąć n 开始学习		nemen; nam; genomen
wznieść się 开始学习		stijgen; steeg; gestegen
zacząć 开始学习		beginnen; begon; begonnen*
żałować 开始学习		spijten; speet; gespeten
żałować; smucić się 开始学习		verdrieten; verdroot; verdroten
zamknąć 开始学习		sluiten; sloot; gesloten
zanieść; przynieść 开始学习		brengen; bracht; gebracht
zapomnieć 开始学习		vergeten; vergat; vergeten
zazdrościć 开始学习		benijden; beneed; beneden
zdradzić 开始学习		verraden; verried; verraden
popychać 开始学习		dringen; drong; gedrongen
zepsuć; uszkodzić 开始学习		bederven; bedierf; bedorven
zgadnąć 开始学习		raden; raadde; geraden
zgiąć; ugiąć; schylić się 开始学习		buigen; boog; gebogen
zgubić; stracić; przegrać 开始学习		verliezen; verloor; verloren
złamać 开始学习		breken; brak; gebroken
złapać 开始学习		vangen; ving; gevangen
zmiejszyć się 开始学习		slinken; slonk; geslonken
zmusić 开始学习		dwingen; dwong; gedwongen
znaleźć 开始学习		vinden; vond; gevonden
zniknąć 开始学习		verdwijnen; verdween; verdwenen
zostać; wytrwać 开始学习		blijven; bleef; gebleven
zostawić; pozwolić 开始学习		laten; liet; gelaten

Czasowniki nieregularne część 7

您必须登录才能发表评论。

更多