czasowniki 76-85

 0    10 词汇卡    grzegorzchmielewski6
开始学习

下载mp3 打印 玩 检查自己
 
问题 答案
brać rozwód
开始学习
scheiden, scheidde, scheidden, zij/hebben gescheiden
przeklinać
开始学习
schelden, schold, scholden, hebben gescholden
lać/dawać
开始学习
schenken / schonk - schonken / hebben geschonken
golić
开始学习
scheren, schoor, schoren, hebben geschoren
strzelać
开始学习
schieten, schoot, schoten, hebben geschoten
świecić/błyszczeć/wygladać
开始学习
schijnen, scheen, schenen, hebben geschenen
pisać
开始学习
schrijven, schreef, schreven, hebben geschreven
straszyć
开始学习
schrikken / schrok - schrokken / zijn geschrokken
przesuwać/przewijać
开始学习
schuiven schoof, schoven, zijn/hebben geschoven
uderzać
开始学习
slaan, sloeg, sloegen, hebben geslagen
创建词汇卡
Nederlands, Vlaams

您必须登录才能发表评论。