→ 3333 →开始学习 /下载MP3 Flashcards

问题		答案
Group one 开始学习		Groep één, (ij, e,e)
to drive 开始学习		rijden, reden, gereden
to seem/to shine 开始学习		schijnen, schenen, geschenen
to write 开始学习		schrijven, schreven, geschreven
to sharpen 开始学习		slijpen, slepen, geslepen
to sneak 开始学习		sluipen, slopen, geslopen
to throw disrespectfully 开始学习		smijten, smeten, gesmeten
to cut 开始学习		snijden, sneden, gesneden
to regret 开始学习		spijten, speten, gespeten
to rise 开始学习		stijgen, stegen, gestegen
to iron 开始学习		strijken, streken, gestreken
to understand 开始学习		begrijpen, begrepen, begrepen
to bite 开始学习		bijten, beten, gebeten
to turn out to be 开始学习		blijken, bleken, gebleken
to stay 开始学习		blijven, bleven, gebleven
to prove 开始学习		bewijzen, bewezen, bewezen
to drive/float 开始学习		drijven, dreven, gedreven
to slide 开始学习		glijden, gleden, gegleden
to grab 开始学习		grijpen, grepen, gegrepen
to pinch 开始学习		knijpen, knepen, geknepen
to look 开始学习		kijken, keken, gekeken
to get/to receive 开始学习		krijgen, kregen, gekregen
to suffer 开始学习		lijden, leden, geleden
to seem/resemble 开始学习		lijken, leken, geleken
to rub 开始学习		wrijven, wreven, gewreven
to point/indicate 开始学习		wijzen, wezen, gewezen
to keep quiet 开始学习		zwijgen, zwegen, gezwegen
to have breakfast 开始学习		ontbijten, ontbeten, ontbeten
to pass away 开始学习		overlijden, overleden, overleden
to disappear 开始学习		verdwijnen, verdwenen, verdwenen
to avoid 开始学习		vermijden, vermeden, vermeden
to suddenly appear 开始学习		verschijnen, verschenen, verschenen
to obtain 开始学习		verkrijgen, verkregen, verkregen
to accuse 开始学习		verwijten, verweten, verweten
Group Two 开始学习		Groep Twee (ie/i/ui/e, o,o)
to scold 开始学习		schelden, scholden, gescholden
to bind 开始学习		binden, bonden, gebonden
to push (mentally) 开始学习		dringen, drongen, gedrongen
to drink 开始学习		drinken, dronken, gedronken
to force 开始学习		dwingen, dwongen, gedwongen
to shine/glossy 开始学习		glimmen, glommen, geglommen
to climb 开始学习		klimmen, klommen, geklommen
to sound 开始学习		klinken, klonken, geklonken
to shrink 开始学习		krimpen, krompen, gekrompen
to spin 开始学习		spinnen, sponnen, gesponnen
to jump 开始学习		springen, sprongen, gesprongen
to stink 开始学习		stinken, stonken, gestonken
to be startled 开始学习		schrikken, schrokken, geschrokken
to find 开始学习		vinden, vonden, gevonden
to win 开始学习		winnen, wonnen, gewonnen
to sink 开始学习		zinken, zonken, gezonken
to sing 开始学习		zingen, zongen, gezongen
to be situated/deem 开始学习		bevinden, bevonden, bevonden
to begin 开始学习		beginnen, begonnen, begonnen
to connect 开始学习		verbinden, verbonden, verbonden
to come up with 开始学习		verzinnen, verzonnen, verzonnen
to deceive 开始学习		bedriegen, bedrogen, bedrogen
to offer/bid 开始学习		bieden, boden, geboden
to enjoy 开始学习		genieten, genoten, genoten
to pour 开始学习		gieten, goten, gegoten
to choose 开始学习		kiezen, kozen, gekozen
to lie 开始学习		liegen, logen, gelogen
to ban/forbid 开始学习		verbieden, verboden, verboden
to lose/be lost 开始学习		verliezen, verloren, verloren
to bend 开始学习		buigen, bogen, gebogen
to dive 开始学习		duiken, doken, gedoken
to whistle 开始学习		fluiten, floten, gefloten
to crawl 开始学习		kruipen, kropen, gekropen
to smell 开始学习		ruiken, roken, geroken
to push/shove 开始学习		schuiven, schoven, geschoven
to close 开始学习		sluiten, sloten, gesloten
to blow your nose 开始学习		snuiten, snoten, gesnoten
to snort 开始学习		snuiven, snoven, gesnoven
to spray 开始学习		spuiten, spoten, gespoten
to shoot 开始学习		schieten, schoten, geschoten
to suck 开始学习		zuigen, zogen, gezogen
to freeze 开始学习		vriezen, vroren, gevroren
to gift, to pour 开始学习		schenken, schonken, geschonken
to melt 开始学习		smelten, smolten, gesmolten
to apply/be valid 开始学习		gelden, golden, gegolden
to hit/to meet 开始学习		treffen, troffen, getroffen
to pull 开始学习		trekken, trokken, getrokken
to fight 开始学习		vechten, vochten, gevochten
to swim 开始学习		zwemmen, zwommen, gezwommen
to send 开始学习		zenden, zonden, gezonden
to weigh 开始学习		wegen, wogen, gewogen
to shave 开始学习		scheren, schoren, geschoren
to move 开始学习		bewegen, bewogen, bewogen
to consider 开始学习		overwegen, overwogen, overwogen
to hide 开始学习		verbergen, verborgen, verborgen
to leave 开始学习		vertrekken, vertrokken, vertrokken
Group three 开始学习		Groep drie (i/e, a,e)
to pray 开始学习		bidden, baden, gebeden
to see 开始学习		zien, zagen, gezien
to sit 开始学习		zitten, zaten, gezeten
to possess 开始学习		bezitten, bezaten, bezeten
to lie (down) 开始学习		liggen, lagen, gelegen
to forget 开始学习		vergeten, vergaten, vergeten
to read 开始学习		lezen, lazen, gelezen
to measure 开始学习		meten, maten, gemeten
to step 开始学习		treden, traden, getreden
to eat 开始学习		eten, aten, gegeten
to heal 开始学习		genezen, genazen, genezen
to give 开始学习		geven, gaven, gegeven
Group four 开始学习		Groep vier (a, ie/oe/i/o,a)
to please/give birth 开始学习		bevallen, bevielen, bevallen
to blow 开始学习		blazen, bliezen, geblazen
to let 开始学习		laten, lieten, gelaten
to sleep 开始学习		slapen, sliepen, geslapen
to fall 开始学习		vallen, vielen, gevallen
to leave/abandon 开始学习		verlaten, verlieten, verlaten
to ask 开始学习		vragen, vroegen, gevraagd
to sail 开始学习		varen, voeren, gevaren
to carry/wear 开始学习		dragen, droegen, gedragen
to dig 开始学习		graven, groeven, gegraven
to shake/hit 开始学习		slaan, sloegen, geslagen
to experience 开始学习		ervaren, ervoeren, ervaren
to receive 开始学习		ontvangen, ontvingen, ontvangen
to replace 开始学习		vervangen, vervingen, vervangen
to hang 开始学习		hangen, hingen, gehangen
to catch 开始学习		vangen, vingen, gevangen
to form 开始学习		ontstaan, ontstonden, ontstaan
to stand 开始学习		staan, stonden, gestaan
to load 开始学习		laden, laadden, geladen
Group five 开始学习		Groep vijf
to bake 开始学习		bakken, bakten, gebakken
to think 开始学习		denken, dachten, gedacht
to buy 开始学习		kopen, kochten, gekocht
to laugh 开始学习		lachen, lachten, gelachen
to examine/research 开始学习		onderzoeken, onderzochten, onderzocht
to sell 开始学习		verkopen, verkochten, verkocht
to search 开始学习		zoeken, zochten, gezocht
to avenge 开始学习		wreken, wreekten, gewroken
to wash 开始学习		wassen, wasten, gewassen
Group six 开始学习		Groep zes(e, ie,o)
to spoil 开始学习		bederven, bedierven, bedorven
to help 开始学习		helpen, hielpen, geholpen
to design 开始学习		ontwerpen, ontwierpen, ontworpen
to die 开始学习		sterven, stierven, gestorven
to throw 开始学习		werpen, wierpen, geworpen
to walk 开始学习		lopen, liepen, gelopen
to break 开始学习		breken, braken, gebroken
to lack 开始学习		ontbreken, ontbraken, ontbroken
to take 开始学习		nemen, namen, genomen
to speak 开始学习		spreken, spraken, gesproken
to sting/stab 开始学习		steken, staken, gestoken
to steal 开始学习		stelen, stalen, gestolen
Group seven 开始学习		Groep seven
to visit 开始学习		bezoeken, bezochten, bezocht
to roast 开始学习		braden, braadden, gebraden
to bring 开始学习		brengen, brachten, gebracht
to do 开始学习		doen, deden, gedaan
to go 开始学习		gaan, gingen, gegaan
to have 开始学习		hebben, hadden, gehad
to be called 开始学习		heten, heetten, geheten
to hold 开始学习		houden, hielden, gehouden
to come 开始学习		komen, kwamen, gekomen
to be able to 开始学习		kunnen, konden, gekund
to have to 开始学习		moeten, moesten, gemoeten
to may/to be allowed to 开始学习		mogen, mochten, gemogen
to remember/abstain 开始学习		onthouden, onthielden, onthouden
to guess 开始学习		raden, raadden, geraden
to call/shout 开始学习		roepen, riepen, geroepen
to separate/divorce 开始学习		scheiden, scheidden, gescheiden
to create as a god 开始学习		scheppen, schiepen, geschapen
to betray 开始学习		verraden, verraadden, verraden
to be able to make sense of language 开始学习		verstaan, verstonden, verstaan
to fold 开始学习		vouwen, vouwden, gevouwen
to know 开始学习		weten, wisten, geweten
to want 开始学习		willen, wilden, gewild
to become 开始学习		worden, werden, geworden
to say 开始学习		zeggen, zeiden, gezegd
to be 开始学习		zijn, waren, geweest
to hear about some news 开始学习		vernemen, vernamen, vernomen

3333

您必须登录才能发表评论。

更多