1. stof
Van welke stof is dat vest gemaakt?
giftige stoffen; organische stoffen
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
Gedenk dat gij stof zijt.
Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten.
Vier meter van deze stof kost negen frank; dus twee meter kost vier en een halve frank.
Stof het rek af.
2. vijver
We wandelden rondom de vijver.
De kinderen pakten hun schaatsen en gingen richting de bevroren vijver.
De vijver is opgedroogd.
De school legt de vijver eens per maand droog.
Het meisje dat in de vijver zwemt is mijn nicht.