1. voren
Ik kreeg de wind van voren omdat ik de eerste de beste yoghurt had gekocht en niet op de houdbaarheidsdatum had gelet.
Bekeken van de zijkant, steken de tanden bovendien naar voren.
2. naar voren
荷兰人 单词“Naprzód“(naar voren)出现在集合中:
2.6 Weg met stress (B1)