字典 卢森堡 - 荷兰人

Lëtzebuergesch - Nederlands, Vlaams

Fleesch 用荷兰语:

1. vlees vlees


Vlees a.u.b.
Dit is goed vlees.
Dit vlees is kippenvlees.
Emet, we hebben meer vlees nodig.
Al het vlees was slecht.
Bevat dit gerecht vlees?
Amerikanen eten veel vlees.
De geest is gewillig, maar het vlees is zwak.
Welke verschillende soorten vlees verkoopt u?
Ik hou van vlees, maar eieren verteer ik niet.
Een jakhals eet hoofdzakelijk vlees van kadavers.
Ik eet geen vlees, geen vis en geen zeevruchten, en ook geen vleesbouillon.
Zit er vlees in dit eten?
Vlees kost veel tegenwoordig.
Wilt ge vlees lang bewaren, vries het dan in.

荷兰人 单词“Fleesch“(vlees)出现在集合中:

Zorten Fleesch op Hollännesch