1. verkeer
Rond deze tijd is het verkeer ongelooflijk druk.
Op straat is er de dag door een druk verkeer.
Het geluid van het zwaar verkeer heeft mij heel de nacht wakker gehouden.
Ik hou niet van het verkeer.
2. beweging
Hij speelde een grote rol in de beweging.
Door een plotse beweging gooide hij de schraag omver.