字典 印度尼西亚 - 荷兰人

Bahasa Indonesia - Nederlands, Vlaams

sana 用荷兰语:

1. er er


Wat ontbreekt er?
O jeetje... zuchtte Al Sayib. "Nou, hoeveel heb je nodig? Er staat iets van 10 mille op mijn offshore rekening te staan."
Vanmorgen is bij een aanvaring tussen een binnenvaartschip en een veerpont ten minste één persoon om het leven gekomen. Het is niet bekend of er, behalve de schipper, nog andere opvarenden op de veerpont waren.
De woordenschat van het Esperanto is de grootste, alhoewel er relatief zeer weinig woorddelen moeten vanbuiten geleerd worden in vergelijking met de woorden van de natuurlijke talen.
Vorige week heb ik u een brief gestuurd en vandaag stuur ik u er nog één.
Ons blauwe beddengoed hoeft niet gestreken te worden en is heel lekker zacht; je verheugt je er 's avonds altijd al op om naar bed te gaan!
Ik ben maar één werkdag weggeweest vanwege een verkoudheid en er liggen stapels papier op mijn bureau.
Als je je privéleven beu bent, raad ik je aan om je bij Facebook in te schrijven. Het is de beste manier om er van af te geraken.
Daarin zou ik er als een echte James Bond uitzien, zei Dima tegen zichzelf, en ging toen de winkel binnen.
Drie kinderen grootbrengen én de kost verdienen is niet niks. Ga er maar aan staan als alleenstaande moeder!
Ik denk dat de zaak er wat anders voor staat wanneer je hierover nadenkt op de lange termijn.
Als er in een of andere natuurlijke taal een woord bestaat, waarvan men de betekenis niet kan uitdrukken door reeds bestaande woorddelen van het Esperanto, kan men het woord uit die taal invoeren in het Esperanto.
Het is altijd mogelijk om een aanzienlijk aantal mensen te verenigen in liefde, zolang er andere mensen overblijven om hun agressieve uitingen te incasseren.
Het was een grote vuilcontainer, zei Dima, "en er was een heleboel eten, dus... het was niet direct oncomfortabel. Maar ja, het stonk wel nog erger dan het achterste van een ezel."
De oudere geleek zo op haar moeder door haar karakter en aangezicht, dat iedereen die haar zag kon denken dat hij de moeder zag; ze waren allebei zo onaangenaam en zo fier, dat men er niet kon mee samenleven.