1. tenzij
Ik zal je niet helpen tenzij je me betaalt.
Maar het is waar! drong Dima aan. "Ze laten me het pak niet kopen, tenzij ik ze nog 99 kopeke geef! Kun je me niet wat geld overmaken?"
Het leven is als ganzenborden: je kunt altijd opnieuw beginnen, tenzij je in de put blijft zitten.
We zullen hen bezoeken, tenzij het regent.