1. groot
Zijn ze groot?
In tegenstelling tot zijn vader, heeft hij echt een groot inkomen.
Hij keek door het etalagevenster en zijn ogen werden groot toen ze op een prachtig zwart pak vielen, en zijn ogen werden nog groter toen hij het prijskaartje van 3.000.000,99 BYR opmerkte.
Genialiteit is niets anders dan een groot vermogen tot geduld.
Hoe groot zijt ge?
Gebrek aan werk is voor sommigen een groot genot, voor anderen afzien.
Maar denkt u niet dat het een beetje groot is? vroeg de verkoopster.
Een groot deel van de volgende dag bleef hij in het hotel en sprak met vrienden en supporters.
Dima paste het pak, maar het bleek te groot te zijn.
Een kunstenaar gebruikt veel tubes verf om een groot schilderij te maken.
Het meisje had bij de slalomwedstrijd de negentiende plaats behaald. Ze dacht dat dat erg goed was, want negentien is immers een groot getal.
Een groot schip kwam tevoorschijn aan de horizon.
Als je later groot en sterk wilt worden, moet je veel spinazie en boterhammen met pindakaas eten.
In het spitsuur is de verkeersdichtheid in Tokio groot.
Als de video te groot is om door te sturen, geef dan minstens een verwijzing.
2. hoog
Vind je niet dat de belastingen in Japan te hoog zijn?
Ik hou van deze flat. De ligging is goed en bovendien is de huur niet zo heel hoog.
Spring zo hoog mogelijk.
Hoe hoog is het?
Dit gebouw is hoog.
Televisie kan een belangrijke cultuurbron zijn en haar schooluitzendingen staan in veel scholen hoog aangeschreven.
Vliegt hoog de koe en laag het kind, dan is dat wel een wervelwind.
Veel huisvrouwen klagen dat de prijzen zeer hoog zijn.
Spring! Geen schrik! Het is niet heel hoog!
Hij heeft de professor hoog op.
Stoeltjesliften vind ik eng; ik hou er niet van zo hoog boven de grond aan een draadje te bungelen.
Een vogel vloog hoog in de lucht.
Als je niet met je voeten bij de grond kunt, moet je het zadel verstellen, want dan staat het te hoog.
De boom is even hoog als de omheining.
Een walnoot is goed voor je gezondheid, als je cholesterol niet zeer hoog is.
3. super goed