1. schijnen
荷兰人 单词“to shine“(schijnen)出现在集合中:
Taaltalent 2 Nederlands - Engels hoofdstuk 72. schitteren
De sterren schitteren aan de hemel.
3. blinken
4. glanzen
Op de grond glanzen haar voetstappen als olie.
5. prijken
6. stralen
Utraviolette stralen zijn ongezond voor ons.
De sterren stralen aan de hemel.