1. plaats
Iedereen kan een verschil maken in zijn eigen leven en daarmee gezamenlijk de wereld een betere plaats maken voor zichzelf en anderen om zich heen.
Opgestaan, plaats vergaan.
We verplaatsten onze tassen om plaats te maken zodat de oudere dame kon zitten.
Ik zou nooit gedacht hebben dat ik haar op zo een plaats zou ontmoeten.
Ja, dat ben ik, zei Al-Sayib. "Maar er is er minstens één van ons in elk land. En we houden allemaal van Fanta en van noobs op hun plaats zetten."
Het meisje had bij de slalomwedstrijd de negentiende plaats behaald. Ze dacht dat dat erg goed was, want negentien is immers een groot getal.
Aan de kabelbaan hangen cabines waarin plaats is voor vier personen. De skistokken dient men bij zich te houden; de ski's kunnen in de daarvoor bestemde houders aan de achterkant van de cabine geplaatst worden.
Kun je me in de plaats daarvan vertellen waarom de planeten op het scherm op die manier gekleurd zijn?
Een Engelsman, een Belg en een Nederlander gaan een café binnen en nemen plaats aan de toog. Zegt de barkeeper: "Wacht even, is dit een mop of zo?"
In de eerste plaats wil ik mijn bijzondere dank betuigen aan mijn professor Ana Costa.
De vereniging van Schotland en Engeland vond plaats in 1706.
Niemand kon raden, in die dagen, welke plaats Martin Luther King zou krijgen in de geschiedenis.
Wees vrolijk! Plaats een uitroepteken op het einde van al je zinnen!
Verander geen zinnen die correct zijn. In plaats daarvan kun je natuurlijk klinkende alternatieve vertalingen toevoegen.
Mary ziet er niet zo erg vriendelijk uit, maar ze heeft het hart op de juiste plaats.
荷兰人 单词“location“(plaats)出现在集合中:
3 - Nederlands in gang A22000 Most Used Dutch Words (1/2)